Snelle toegang:

Direct naar inhoud gaan (Alt 1) Direct naar hoofdnavigatie gaan (Alt 2)

#wonen
Brussel is vooruitstrevend.

Eric Corijn beim Freiraum Workshop 2017
© Caroline Lessire

Hoe kunnen we onze steden zo ontwikkelen dat het aangename plaatsen worden? Hoe veranderen onze steden? Sabine Buchwald heeft voor ons met de Brussel-expert Eric Corijn gesproken.

Von Sabine Buchwald

Meneer Corijn, waar zijn mensen gelukkiger – op het platteland of in de stad?
Eric Corijn: Het geluksgevoel heeft altijd te maken met de samenhang tussen de persoonlijke situatie, de behoeften en de omgeving. Op het platteland kan men behoorlijk afgezonderd leven en beperkte toegang hebben tot winkels of een cultureel aanbod. Ikzelf woon in de kleurrijke Brusselse wijk Matongé en ben er zeer gelukkig.

Hoe kunnen we onze steden zo ontwikkelen dat het aangename plaatsen worden?
We moeten ophouden te denken dat natuur en landbouw alleen buiten de stad voorkomen. Steden vormen als het ware een ecosysteem met interacties tussen bebouwing en natuurlijke elementen. We moeten de natuur in onze steden integreren en we moeten duurzamer en lokaler denken, want het zal niet lang meer duren voor we onze producten niet meer uit de hele wereld kunnen laten komen.

Ondertussen slibben de straten dicht door de vele vrachtwagens en pendelaars, zeker in Brussel.
Dat is helaas kenmerkend voor deze stad. Het transport in Brussel is zeer sterk op auto‘s gericht. Officieel wonen er hier 1,2 miljoen mensen, maar in werkelijkheid bieden de stad en zijn omgeving onderdak aan 3 miljoen mensen. In Brussel werken zowat 710.000 mensen, maar iets meer dan de helft hiervan woont er niet – en betaalt er dus geen belastingen. Dat geld is bijgevolg ook niet beschikbaar om in de infrastructuur te investeren.

In 2013 hebt u het boek ‘Waarheen met Brussel’ uitgegeven. Wat is er sindsdien veranderd?
Hoewel er nog altijd een institutionele scheidslijn is tussen de taalgemeenschappen, evolueert de mentaliteit steeds meer in de richting van integratie en samenhorigheid. Een recent voorbeeld is het nieuwe, derde regionale ontwikkelingsplan, dat niet uitgaat van de culturele verschillen. De uitvoering van het plan is echter niet gemakkelijk, want Brussel kent nog steeds 19 gemeentebesturen.

Brussel is een zeer internationale stad en woonruimte vinden is er gemakkelijker dan in Londen of Parijs. Is Brussel de Europese stad van de toekomst?
Brussel is vooruitstrevend. Meer dan twee derde van de inwoners heeft buitenlandse roots. Het stadsbestuur moet zich dus overwegend inzetten voor niet-Belgen. De stad biedt alle winkel- en cultuurmogelijkheden die je ook in de andere grote Europese steden vindt. Hier vind je het beste van Amsterdam, Londen en Parijs op één plek. In Brussel kun je ervaren hoe mensen goed kunnen samenleven op basis van diversiteit.

Hoe kunnen we mensen ervan overtuigen dat diversiteit een feit is?
Dat kun je het beste doen door goede voorbeelden te geven. Op de stedelijke markten denken de mensen vaak minder traditioneel en komen ze makkelijker overeen met vreemden. Stedelijkheid en verstedelijking staan haaks op nationalisme. In Groot-Brittannië hebben vooral plattelandsbewoners voor de brexit gestemd. Een stad wordt niet bepaald door zijn verleden, maar door zijn kijk op de toekomst. Laten we bovendien niet vergeten dat wereldwijd meer dan de helft van de mensen in steden woont.

Helpt het stadsleven tegen populisme?
De wereld zou een betere plek zijn als ze door burgemeesters bestuurd werd. In steden handelt men probleemgerichter dan op staatsniveau. Dat zie je onder meer in het aanbod aan cultuur, kunst en projecten, en dat maakt het stadsleven zeer interessant.

Veel mensen doen hun inkopen tegenwoordig online. Hoe zal dat van invloed zijn op onze steden?
De wereldmarkt, waar altijd alleen de prijs telt, is maar één aspect. Veel mensen hechten ook belang aan levensmiddelen die lokaal geproduceerd zijn en aan biologische producten, omdat ze weer controle willen over de herkomst van wat ze kopen. Diverse voedingsschandalen of een fenomeen als dieselgate hebben hun vertrouwen geschaad. Vandaag zie je beide bewegingen.

Wat kunnen we doen tegen de groeiende armoede in onze steden?
Herverdelen! Twee bedenkingen. Ten eerste: onze welvaartsystemen worden almaar zwakker, want te veel mensen hebben ondersteuning nodig en de superrijken proberen belastingen te ontwijken. Ten tweede: parallel daaraan zie je nieuwe helpende initiatieven ontstaan, zoals repaircafés of carsharing; buren helpen elkaar, net als vroeger. Mensen op de arbeidsmarkt integreren is zonder twijfel de beste manier, maar ook het idee van samenhorigheid en delen helpt om de armoede terug te dringen. Stedelingen zijn geen betere mensen, maar ze hebben begrepen dat ze iets moeten doen voor de armere buurten. Want mensen die ontevreden zijn, komen vroeg of laat in opstand.

Welke stad is volgens u een goed voorbeeld?
Steden zijn complexe, unieke systemen. Ze zijn dan ook moeilijk met elkaar te vergelijken. Je kunt hoogstens een aantal afzonderlijke aspecten onder de loep nemen: Freiburg im Breisgau staat al lang bekend als een groene stad, Bordeaux heeft dan weer een zeer goed tramsysteem. Elke stad moet zijn eigen oplossingen vinden. Het Brusselse fietsaanbod ‘Villo’ bijvoorbeeld werd overgenomen van Lyon. Maar Lyon is een vlakke stad, terwijl het in Brussel veel meer bergop-bergaf gaat, wat fietsen lastiger maakt. Elk systeem moet aan de omstandigheden worden aangepast.

Hoe kunnen we kinderen voorbereiden op het leven in de stad?
We moeten onze kinderen voorbereiden op de wereld, en de omstandigheden in steden vertonen hier meer gelijkenissen mee dan die in een landelijke omgeving. We moeten een stedelijk onderwijs ontwikkelen waarmee we het hoofd kunnen bieden aan de drie grote uitdagingen van de toekomst: de klimaatverandering, de sociale ongelijkheid en de noodzaak om met verschillende mensen samen te leven. Jonge mensen moeten daarmee leren omgaan. Zo moeten mensen in Berlijn bijvoorbeeld ook op de hoogte zijn van de Turkse taal en geschiedenis. Het schoolsysteem mag geen louter binnenlandse aangelegenheid zijn.   

Hoe kan men ervoor zorgen dat mensen die bang zijn voor al wat vreemd is, zich toch veilig voelen?
Waarom vragen we ons niet af hoe we ervoor kunnen zorgen dat mensen die naar hier komen niet bang hoeven te zijn? Mochten de Turken of Italianen over hun angsten spreken toen ze naar Duitsland verhuisden? Je kunt niet de wereld openstellen voor markten en daarvan profiteren, maar tegelijk de mensen buiten de deur houden.   

Top