Snelle toegang:

Direct naar inhoud gaan (Alt 1) Direct naar hoofdnavigatie gaan (Alt 2)

Suikerklontjes
Van rond tot hoekig

Monument voor het suikerklontje: op deze granieten sokkel in de Tsjechische stad Dačice balanceert een witte kubus.
Monument voor het suikerklontje: op deze granieten sokkel in de Tsjechische stad Dačice balanceert een witte kubus. | Photo (fragment): Marie Kučerová © Stadtmuseum Dačice

In de Tsjechische stad Dačice staat een monument dat een suikerklontje voorstelt. Waarom? Omdat Jacob Christoph Rad het suikerklontje hier heeft uitgevonden. Zijn idee werd later geperfectioneerd, eerst door een Fransman, dan door een Belg. Maar alles begon met toeval. Of beter gezegd: met een ongelukje.

Met of zonder suiker? Het is een vraag die de koffie- en theedrinkers in twee kampen verdeelt. Wie zijn drankje het liefst met suiker heeft, vindt deze toevoeging in allerlei vormen en kleuren: bruin of wit, uit een strooibus of uit een zakje – of als klontje. En dat klontje heeft zelfs een eigen monument: een granieten sokkel waarop een witte kubus op één hoek balanceert. Je vindt het in Dačice, een stad in het uiterste zuiden van het Boheems Moravisch Hoogland. In het plaatselijk museum kan je bovendien terecht voor een tentoonstelling die ons eraan herinnert dat het suikerklontje uitgerekend hier is geboren.

Het begon met een ongelukje

Net als bij veel andere uitvindingen is ook hier een en ander te danken aan het toeval – of beter: aan een ongelukje. Toen Juliana Rad op een doodgewone dag in augustus 1841 een stuk suiker wilde afhakken, raakte ze gewond aan een van haar vingers. Dat was niet verwonderlijk, want de grote en onpraktische hompen suiker waren niet alleen hard maar ook anderhalve meter hoog! Wie wat suiker nodig had, moest met hamer, tang en breekijzer aan de slag. Behoorlijk humeurig vroeg de vrouw aan haar man een andere manier te bedenken dan het gevaarlijke en lastige gehak. En aangezien die man niemand minder was dan Jacob Christoph Rad, de Oostenrijkse zaakvoerder van de plaatselijke suikerraffinaderij en tevens een begeesterd uitvinder, stond niets de uitvinding van het suikerklontje nog in de weg.
  • Portret van Juliana Rad Foto (fragment): Marie Kučerová © Stadtmuseum Dačice
    Juliana Rad vroeg aan haar man een eenvoudigere manier te bedenken dan het gevaarlijke hakken van de grote suikerhompen
  • Jacob Christoph Rad Foto (fragment): Marie Kučerová © Stadtmuseum Dačice
    Zo gezegd, zo gedaan: Jacob Christoph Rad vond voor zijn vrouw Juliana het suikerklontje uit. Een portret van de uitvinder
  • Werkzeuge zum Zerschlagen von Zuckerhüten Foto (fragment): Marie Kučerová © Stadtmuseum Dačice
    Rad perste de suikerklontjes in een zelfgemaakte pers. De gemalen en gezeefde suiker belandde tussen twee van holtes voorziene messingplaten. Op deze tekening is zijn uitvinding te zien.
  • Der Zuckerwüffelpresser von Jacob Rad Foto (fragment): Marie Kučerová © Stadtmuseum Dačice
    Rad perste de suikerklontjes in een zelfgemaakte pers. De gemalen en gezeefde suiker belandde tussen twee van holtes voorziene messingplaten. Op deze tekening is zijn uitvinding te zien.
  • Die Ausstellung im Stadtmuseum Dačice zeigt eine Konditorei um das Jahr 1900 Foto (fragment): Marie Kučerová © Stadtmuseum Dačice
    Suiker, niet alleen in klontjes, maar ook in taarten, muffins en snoep: de tentoonstelling in het stedelijk museum van Dačice toont een confiserie rond het jaar 1900.
Amper drie maanden later verraste Rad zijn vrouw met een doosje waarin 350 keurig gerangschikte witte en roze klontjes van bietsuiker zaten. De knutselaar had zelf een pers gebouwd, die hij kon vullen met gemalen en gezeefde suiker, afkomstig van een grote ongedroogde homp. De suiker belandde er tussen twee messingplaten met 400 vierkantige holtes. Vervolgens gingen de klontjes ongeveer een halve dag naar de droogkamer. Aanvankelijk werden ze in twee formaten geproduceerd: met een zijde van 3/5e duim (ongeveer 2 cm), of van 1/2e duim (ongeveer 1,2 cm). Vandaag bedragen de afmetingen 1,6 x 1,6 x 1,1 cm3. Wiskundig gezien heeft het suikerklontje dus de vorm van een balk. Maar daarnaast bestaan er ook minder klassieke vormen, zoals de ‘bridgesuiker’ met de speelkaartsymbolen schoppen, ruiten, harten en klaver. En men kan ook suikerklontjes in verschillende kleuren kopen.

Een succesverhaal

Of Juliana blij was met de uitvinding van haar man, weten we niet. Wat we wél weten, is dat Rad al eind 1842 bij de rechtbank van Wenen bijzondere rechten aanvroeg om de volgende vijf jaar suikerklontjes te mogen produceren in Dačice. Hij kreeg het keizerlijk-koninklijke octrooi op 23 januari 1843. Nog datzelfde jaar deed de nieuwigheid haar intrede op de markt als ‘theesuiker’ of ‘Weense suikerklontjes’. Het was meteen een succes. De klontjes werden verkocht voor 50 kreuzer, en op elke verpakking van 500 gram prijkte een afbeelding van de raffinaderij in Dačice. Het nieuwe suikerformaat vond ingang in West-Moravië, Oost-Moravië en Zuid-Bohemen, en later ook in de regio rond de grens met Oostenrijk.
  • Het stedelijk museum in het Tsjechische Dačice wijdt een hele tentoonstelling aan het ontstaan van het suikerklontje. Foto (fragment): Marie Kučerová © Stadtmuseum Dačice
    Het stedelijk museum in het Tsjechische Dačice wijdt een hele tentoonstelling aan het ontstaan van het suikerklontje.
  • Het etiket van de eerste suikerklontjesverpakking Foto (fragment): Marie Kučerová © Stadtmuseum Dačice
    “Suikerproductie in klontjesvorm”: het etiket van de eerste suikerklontjesverpakking
  • Het stedelijk museum van Dačice Foto (fragment): Marie Kučerová © Stadtmuseum Dačice
    Het stedelijk museum van Dačice, waar een tentoonstelling ons eraan herinnert dat het suikerklontje in deze stad werd uitgevonden
  • Suikerklontjes uit Tsjechië Photo (fragment): Marie Kučerová © Stadtmuseum Dačice
    Suikerklontjes uit Tsjechië
  • Het echtpaar Rad in de keuken. Foto (fragment): Marie Kučerová © Stadtmuseum Dačice
    Juliana en Jacob: op de tentoonstelling in het stedelijk museum van Dačice zien we het echtpaar Rad in de keuken.
Met de stijgende vraag ontstond de behoefte aan nieuwe opslagplaatsen in Brno, Pest, Wenen en Lviv. Rad verkocht zijn octrooi aan kandidaten in Saksen, Beieren, Pruisen, Zwitserland en Engeland, en later ook aan een suikerfabriek in Zbraslav in de buurt van Praag. Maar halverwege de 19e eeuw ging het bedrijf in Dačice failliet. De ondernemer keerde in de herfst van 1846 terug naar Wenen, en kort daarna werd de productie stopgezet. De naam van Rad raakte in de vergetelheid en zijn uitvinding werd aan iemand anders toegeschreven – tot een wetenschappelijke studie in de jaren 1930 ervoor zorgde dat Jacob Christoph Rad zijn plaats in de geschiedenis van de Europese suikerindustrie terugkreeg. Eindelijk werd algemeen erkend dat hij degene was die het eerste suikerklontje ter wereld bedacht had. Ook zijn echtgenote zou ongetwijfeld blij zijn te weten dat haar naam vandaag nog steeds op een pak suiker prijkt.

Via Frankrijk naar België

De machines in Dačice mochten dan in 1852 voorgoed stilgelegd zijn, het suikerklontje zette zijn tocht door Europa voort – en werd daarbij steeds verder ontwikkeld. Een halve eeuw later ging de Parijse levensmiddelenproducent Eugène François met de nalatenschap van Rad aan de slag. Hij bouwde een machine om suiker op een mechanische manier te snijden en breken, omdat het traditionele hakken van de suiker hem niet hygiënisch leek. Hij bleef zijn uitvinding perfectioneren en nam er 20 jaar later een patent op.

Aan het begin van de 20e eeuw kreeg het verhaal van de suikerklontjes een nieuwe episode in België, toen Théophile Adant, vennoot van de Tiense Suikerrafinaderij, een turbine ontwikkelde waarmee plakken suiker konden worden gemaakt. Nog voor het uitkristalliseren, goot hij de gesmolten suikermassa in de turbine, waarna de machine de vaste, gedroogde suikermassa aan een hoog tempo in kleinere, handige repen en symmetrische klontjes sneed. Deze alternatieve methode voor de productie van gegoten suikerklontjes, die in geprefabriceerde dozen per 25 kg werden opgeslagen, hield stand tot 1940 en staat in de geschiedenis van de suikerproductie bekend als het Adant-procedé. In 1949 ontdekte het bedrijf van de Franse ingenieur en ondernemer Louis Chambon een manier om rechtstreeks gelijkmatige suikerklontjes te maken met behulp van rotatiemachines, door bevochtigde gemalen suiker in de gewenste vorm te persen. Volgens deze methode van Chambon om fijne kristalsuiker te persen, worden suikerklontjes vandaag nog steeds gemaakt.
De suikerfabriek in Dačice, geleid door Jacob Christoph Rad, rond het jaar 1840 De suikerfabriek in Dačice, geleid door Jacob Christoph Rad, rond het jaar 1840 | Foto (fragment): Marie Kučerová © Stadtmuseum Dačice
 
Küche und Kulinarisches

Ein Beitrag aus Tschechien

mit Bezug zu Frankreich,
Belgien

Top