Snelle toegang:

Direct naar inhoud gaan (Alt 1) Direct naar hoofdnavigatie gaan (Alt 2)

Glans in het asfalt
10 feiten over Stolpersteine

Verschillende mensen kijken naar Stolpersteine.
© Goethe-Institut Niederlande. Illustration: Katta Rasche

In de tuin van het Goethe-Institut in Amsterdam staat het eerste atelier voor Stolpersteine (struikelstenen) buiten Duitsland. Alexander Stukenberg maakt hier meer dan 100 stenen per maand. Maar hoe zijn de stenen eigenlijk aan hun naam gekomen en hoeveel zijn er al geplaatst?
10 feiten over Stolpersteine.

Von Aniko Schusterius

Het idee voor de Stolpersteine komt van een Duitse kunstenaar.  

De Duitse kunstenaar Gunter Demnig ontwikkelde in de jaren negentig het idee voor de Stolpersteine. De kleine gedenkstenen zijn bedoeld als herinnering aan het lot van individuele personen. Elke steen draagt met opzet de naam van slechts één slachtoffer. Zo geeft Demnig een signaal af tegen de ideologie van de nationaalsocialisten die mensen tot nummers maakten om hen zo van hun individualiteit te beroven. De messing plaatjes op de stenen worden handmatig met een hamer en slagletters van teksten voorzien. Ze worden geplaatst in de stoep voor de laatste zelfgekozen woning van de nazi-slachtoffers. Waarom ‚Stolpersteine‘? Een Stolperstein is een steen waarover je struikelt, die je het gevoel geeft van een obstakel en die voorbijgangers uitnodigt om even stil te staan en na te denken. Gunter Demnig citeert graag een scholier die ooit op de vraag van een journalist of je echt over de Stolpersteine kon struikelen, antwoordde dat je struikelt met je hoofd en met je hart.  

Stolperstein productie © Goethe-Institut Niederlande. Illustration: Katta Rasche

Tot nu toe zijn er Rond 90.000 stenen geplaatst.  

Inmiddels zijn in 26 Europese landen ongeveer 90.000 Stolpersteine geplaatst. En dat aantal neemt gestaag toe. Demnig werkt in een heel klein team en plaatst de meeste stenen zelf. Op die manier wil hij waarborgen dat de plaatsing van de Stolpersteine met respect gebeurt. Belangrijke aspecten daarbij vindt hij een zinvolle plek voor de steen en de gedachtewisseling met en aanwezigheid van de familieleden van het slachtoffer en andere deelnemers tijdens de plaatsing.

Niet alleen individuen, maar ook groepen worden herdacht.

Op sommige locaties zouden gezien de historische feiten wel honderden of duizenden Stolpersteine nodig zijn. Daar plaatst Demnig zogeheten Stolperschwellen (struikeldrempels). Ze zijn 100 bij 10 cm groot en gedenken hele groepen slachtoffers. In de deelstaat Mecklenburg-Vorpommern werd bijvoorbeeld een Stolperschwelle gelegd bij het centraal station van Stralsund. Die drempel is een herinnering aan 1160 geesteszieken die in december 1939 vanaf die plek zijn afgevoerd en het slachtoffer werden van de Aktion T4. Daarbij werden tussen 1940 en 1941 ca. 70.000 mensen met lichamelijke, geestelijke en psychische beperkingen in Duitsland vermoord. 

Stolpersteine blinken vooral door de inzet van vrijwilligers. 

De meeste stenen worden één keer per jaar schoongepoetst, door omwonenden, sponsors van Stolpersteine of voorbijgangers. Dit gebeurt vooral op 27 januari, de Internationale dag ter herdenking van de slachtoffers van de Holocaust, en op 9 november, de dag dat de Kristallnacht van 1938 wordt herdacht. Het meest geschikt voor de schoonmaak zijn een gewone afwasspons, een reinigingsmiddel voor metalen oppervlakken en een paar vellen keukenpapier. Eerst moet het grove straatvuil worden verwijderd, daarna wordt het metaalreinigingsmiddel met de spons aangebracht. Nadat het een tijdje heeft kunnen inwerken, wordt de steen krachtig schoongewreven. Met een beetje water kunnen de resten van het reinigingsmiddel worden afgespoeld.  

Delen van de Joodse gemeenschap staan kritisch tegenover Stolpersteine.

Er zijn ook critici. Charlotte Knobloch, voorzitter van de Joodse gemeenschap van München en Oberbayern, vindt het bijvoorbeeld ‚onverdraaglijk‘ dat de namen van vermoorde Joden te lezen zijn op plaquettes die in de grond zijn verzonken en dus met de voeten worden ‚betreden‘.
Als er een steen wordt geplaatst, moeten de stad en de gemeente daarmee instemmen. Tot op heden zijn er geen Stolpersteine in München, de hoofdstad van Beieren. Daar worden de slachtoffers op een andere manier herdacht, bijvoorbeeld met gedenkplaten op de muren van de huizen waar zij het laatst hebben gewoond.

In Bremen leverden nazi-slachtoffers in 2014 kritiek op Demnig omdat hij op zijn stenen nazi-jargon gebruikt, zoals ‚Rassenschande‘, ‚Gewohnheitsverbrecherin‘ (veelpleegster) en ‚Volksschädling‘ (schadelijk element voor het volk). Dit doet de stichting naar eigen zeggen om duidelijk te maken hoe absurd en onhoudbaar de redenen voor vervolging waren. Demnigs medewerkster Karin Richert heeft tegen de Weserkurier gezegd dat het niet gaat om ‚de gevoeligheden van vandaag‘. ‚We willen dat niet corrigeren.‘ Volgens haar gebruikt Demnig deze termen bewust. Zijn stichting benadrukt dat de Stolpersteine de geschiedenis documenteren. Het project is bedoeld om voorbijgangers aan het denken te zetten over de terminologie die tijdens het nazi-tijdperk werd gebruikt.

Plaats Stolperstein © Goethe-Institut Niederlande. Illustration: Katta Rasche

de jaren negentig werden de eerste stenen in de bestrating aangebracht. 

In 1992 plaatste Gunter Demnig de eerste Stolperstein. Vijftig jaar na het bevel van Heinrich Himmler om de Sinti en Roma te deporteren, bracht hij een eerste steen met een koperen plaatje aan in de bestrating voor het historische stadhuis van Keulen. In 1995 plaatste Demnig bij wijze van proef en zonder toestemming van de autoriteiten nog meer stenen in Keulen. Tegenwoordig doet hij dat alleen nog als alle vergunningen zijn verleend.

In Nederland was Demnig vanaf 2007 regelmatig te gast om Stolpersteine te plaatsen. Er zijn er ongeveer 8.500 in het hele land. De eerste stad was Borne in de provincie Overijssel. Hier liggen inmiddels 81 stenen. Helemaal duidelijk is dat niet. Het lastige is dat er in Nederland geen centrale registratie of documentatie van alle geplaatste Stolpersteine bestaat, waardoor de gegevens over de in het hele land geplaatste Stolpersteine zeer onzeker zijn. Stichting Stolpersteine wil daar verandering in brengen en verzamelt sinds 2019 systematisch gegevens over Nederlandse struikelblokken.
 

Hoe de stenen precies worden gemaakt, is geheim.  

Hier volgen enkele stappen uit de vervaardiging:   

Ook overlevenden krijgen een Stolperstein. 

Stolpersteine worden geplaatst ter nagedachtenis aan mensen die door de nationaalsocialisten zijn vervolgd en vermoord: Joden, Sinti en Roma, homoseksuelen, mensen met een psychische en/of lichamelijke beperking, mensen die werden vervolgd om hun politieke ideeën, godsdienst, seksuele geaardheid of huidskleur, maar ook dwangarbeiders, mannen die als deserteurs zijn aangemerkt, mensen die als "asocialen" werden vervolgd, zoals daklozen en prostituees, en mensen die tot zelfmoord werden gedreven.

Hoewel algemeen wordt aangenomen dat stenen alleen voor overledenen worden geplaatst, worden ze ook gemaakt voor overlevenden van concentratiekampen en mensen die konden vluchten. Een aanvraag moet worden ingediend bij de coördinatoren van de stichting achter de Stolpersteine, de STIFTUNG - SPUREN - Gunter Demnig. Wanneer Stolpersteine op een nieuwe locatie worden geplaatst, is het belangrijk dat de plaatselijke autoriteiten daarvoor toestemming verlenen. Ook moeten de familieleden van de slachtoffers worden ingelicht. Op dit moment bedraagt de wachttijd volgens de stichting minstens negen maanden, soms ook meer. Dat hangt af van de lokale situatie. Wie een steen aanvraagt, is ook verantwoordelijk voor het nodige onderzoek. Om meer informatie te verzamelen over de persoon die herdacht wordt, adviseert de stichting om contact op te nemen met archieven en historische genootschappen.  

Stolpersteine moeten niet worden verward met…

  • ‚Steine der Erinnerung‘ in Wenen. De gelijknamige Oostenrijkse vereniging bestaat sinds 2005 en plaatst in de Weense stadsdelen Leopoldstadt, Brigittenau en Alsergrund stenen die lijken op de Stolpersteine.
  • Zogenaamde ‚Denksteine‘. Deze worden geplaatst door het Max-Samuel-Haus, waar de Stiftung Begegnungsstätte für jüdische Geschichte und Kultur in Rostock is gevestigd. Ook in de Berlijnse wijk Charlottenburg-Wilmersdorf liggen enkele Denksteine. De aanleiding hiervoor is echter een geschil met de kunstenaar Gunter Demnig. Oorspronkelijk zouden de slachtoffers van het ‚Büro Pfarrer Grüber‘ worden herdacht. Demnig was het niet eens met de gewenste langere teksten en stelde daarom een alternatief voor. Intussen zijn deze gedenkstenen ook in andere Berlijnse wijken te vinden.
  • ‚Namen und Steine‘ is een project van de Deutsche AIDS-Stiftung en de kunstenaar Tom Fechner. Sinds 1992 worden er stenen geplaatst met de namen van mensen die met HIV hebben geleefd en er vaak ook aan overleden zijn.
  • ‚Schmunzelsteine‘ werden geplaatst door de carnavalsvereniging in Leichlingen ter nagedachtenis aan overleden leden. Deze actie leidde in 2008 vanwege de gelijkenis met de ‚Stolpersteine‘ tot veel protest en oproepen om ze te verwijderen.
  Actionbound © Actionbound

Al sinds 2007 zijn er Stolpersteine in Nederland.

Hoewel Gunter Demnig sinds 2007 regelmatig Stolpersteine in Nederland plaatst, maken sinds 2015 ook lokale verenigingen en initiatieven eigen gedenkstenen vanwege de lange wachtlijsten voor de door Demnig gemaakte stenen. Daarbij hebben zij bewust gekozen voor een gelijkenis met de “echte” Stolperstein. Aangezien er tientallen jaren lang geen consistente registratie van de in Nederland geplaatste stenen bestond, kan het aantal daarvan slechts bij benadering worden aangegeven. Zo zouden er in grote Nederlandse steden als Amsterdam 650 zijn, in Rotterdam en Hilversum elk ca. 400, in Den Haag rond de 165. Dankzij het nieuwe atelier in Amsterdam kunnen er nu meer stenen worden gemaakt en geplaatst.


 

Top