In vuur en vlam
Brandhaarden

Onder de titel Brandhaarden brengt het Internationaal Theater Amsterdam (ITA) de programma's van internationale productiehuizen bijeen die zijn uitgenodigd om in het kader van een festival tien dagen lang de diversiteit van de aan het theaterhuis verbonden makers te laten zien. Dit omvat ondersteunende programma's, informele bijeenkomsten en feesten.
Von René van der Pluijm,Hoofd Programmering en Planning, ITA en Sandra Vertappen
In de eerste editie vroeg Stadsschouwburg Amsterdam aan de Münchner Kammerspiele, onder de bezielende leiding van Johan Simons, om alle zalen en overige ruimtes van het theater een week over te nemen en een overzicht van hun repertoire in Amsterdam te tonen. De ‚Stand der Dingen‘ van het Duitse toneel, zoals voormalig directeur Melle Daamen dat noemde in het voorwoord van het festivalmagazine. Een buitenkansje voor het Nederlandse publiek, want de meeste Stadttheaters reizen zelden buiten de eigen stadsgrenzen.
Met dit plan stapte hoofd programmering René van der Pluijm naar het Goethe-Institut. Hoewel er incidenteel in Duitsland gemaakte theater- en dansvoorstellingen in Nederland te zien waren, was een heel festival gewijd aan één Stadttheater iets nieuws en heel omvangrijks. Onmiddellijk kwam er een samenwerking en ondersteuning tot stand die van de eerste editie in 2012 een enorm succes maakte en ertoe leidde dat de Stadsschouwburg besloot het niet bij een eenmalige manifestatie te laten; het jaarlijkse festival Brandhaarden was een feit.
Samen met Johan Simons werd zijn Brandhaarden geprogrammeerd, met bijzondere voorstellingen als Winterreise van Elfride Jelinek en Gesäubert/Gier/4.48 Psychose van Sarah Kane, beiden geregisseerd door Johan Simons, en Ludwig II in een regie van Ivo van Hove met Jeroen Willems in de titelrol.
Binnen deze eerste editie vonden ook presentaties plaats in het Goethe-Institut Amsterdam. De productie Leben und Schicksal was een kleine voorstelling, gebaseerd op het boek met dezelfde titel van de Russische auteur Vasili Grossman. Hierin beschrijft hij op onvergetelijke wijze onder meer het sterven van een moeder en haar zoon in de gaskamers van een concentratiekamp. Vanwege de aard van de voorstelling creëerden actrice Hildegard Schmahl, violiste Vera Beths, dirigent en musicus Reinbert de Leeuw en regisseur Johan Simons een unieke ruimte voor dit verhaal dat eigenlijk niet verteld kan worden. Ze zagen af van beelden en pathos en vertrouwden geheel op stem, viool, denken en horen. Na de première in een van de zalen van het Goethe-Institut Amsterdam kwam er, vanwege de enorme publieke belangstelling hiervoor, nog een extra voorstelling in de Grote Zaal van de Stadsschouwburg Amsterdam.
Naast deze voorstellingen was er een uitgebreid randprogramma met onder meer dagelijkse talkshows, workshops voor theaterstudenten, een documentaire over Johan Simons en een kindervoorstelling met Pierre Bokma. Het gaf het Nederlandse publiek de mogelijkheid zich in korte tijd te verdiepen in de werking van de Münchner Kammerspiele, de regisseurs en het ensemble.
Het succes van deze eerste editie versterkte de motivatie om ieder jaar zo’n overzichtstentoonstelling van een theatergezelschap of maker te programmeren. In de jaren dat een theatergezelschap of producerend theaterhuis centraal stond, hield het festival de naam Brandhaarden. Brandstichter werd de naam als de gast een theatermaker was.
In 2013 stond het werk van de Letse maker Alvis Hermanis centraal. Naast verschillende voorstellingen die hij bij zijn eigen gezelschap, het Nieuw Riga Theater, had gemaakt, nodigde de Stadsschouwburg ook twee producties uit die Hermanis in Duitsland maakte: Wassa (Münchner Kammerspiele) en Sommergäste (Schaubühne am Lehniner Platz, Berlijn), wederom met ondersteuning door Goethe-Institut Amsterdam.
In 2014 stond de werking van de Volksbühne am Rosa-Luxemburg-Platz centraal. Brandhaarden toonde spraakmakende regies van intendant Frank Castorf, René Pollesch, Herbert Fritsch en Christoph Marthaler.
In 2015 programmeerden we in Brandstichter voorstellingen van de Engelse regisseur Katie Mitchell, maar konden, met ondersteuning van het Goethe-Institut, ook een aantal van haar regies uit Duitsland getoond worden: The Forbidden Zone en Atmen (Schaubühne); Alles Weitere kennen Sie aus dem Kino en Glücklige Tage (DeutschesSchauspielhaus Hamburg).
Deze kennismaking met het DeutschesSchauSpielHaus Hamburg was inspirerend en leidde ertoe dat in 2016 dit Duitse Stadttheater centraal stond met voorstellingen als Der Entertainer (Christoph Marthaler), Effi Briest – allerdings mit anderem Text und auch anderer Melodie (Clemens Sienknecht en Barbara Bürk), John Gabriel Borkman (Karin Henkel), Schiff der Träume en Unterwerfung (Karin Beier).
Na makers als Alvis Hermanis en Katie Mitchell stond in 2017 de werking van een collectief centraal: Rimini Protokoll en hun bijzondere vorm van documentairetheater. Hun methodieken om met ervaringsdeskundigen op het podium theater te maken, in plaats van met getrainde acteurs, heeft vele makers geïnspireerd. We toonden onder andere Adolf Hitler: Mein Kampf, Band 1 & 2 en Qualitätskontrolle. En theatrale installaties waarbij bezoekers letterlijk in beweging en aan het handelen werden gezet (Nachlass – Pièces sans personnes, Situation Rooms – ein Multi Player Video-Stück en Evros Walk Water).
In 2018 verlieten we het Duitse grondgebied voor een jaar met de focus op het Franse Théâtre Bouffes du Nord en zijn oprichter Peter Brook.
In 2019 maakten we een editie rondom Milo Rau met voorstellingen uit België en Zwitserland, gecompleteerd met het imposante Lenin uit Berlijn.
In 2020 richten de Brandhaarden hun pijlen op Zuid-Europa en in 2021 opnieuw op Frankrijk met een productie van Thomas Ostermaier.
Terugkijkend op de eerste tien jaren van Brandhaarden kunnen we constateren dat Amsterdam een interessant festival rijker is, waarop door publiek, pers, en de deelnemende makers/theaterhuizen zeer enthousiast is gereageerd. Deze overzichtstentoonstelling blijkt een goede manier om onze bezoekers kennis te laten maken met de hoge kwaliteit van de geselecteerde voorstellingen, waarvan een groot deel afkomstig was uit Duitsland. Alle voorstellingen werden in de oorspronkelijke taal gespeeld, voorzien van Nederlandse boventiteling, waardoor niet alleen het Nederlandse theaterpubliek maar ook Duitstalige Amsterdammers en Nederlanders de kans kregen voorstellingen in hun eigen taal in de schouwburg om de hoek te ervaren. De ondersteuning van en samenwerking met het Goethe-Institut is daarin van enorme waarde gebleken.
Een groot, internationaal project als Brandhaarden kan alleen georganiseerd worden als je je gesteund voelt door organisaties die direct betrokken zijn bij de makers en voorstellingen.