Tentoonstelling Futures Past & Present – Helga Paris, Céline van Balen, Esther Kroon & Julie Greve

Helga Paris: Winsstraße mit Taube (Berlin, 1974-1982) © Helga Paris

za 09–03–2019 t/m
zo 02–06–2019

Huis Marseille

Helga Paris: Winsstraße mit Taube (Berlin, 1974-1982)

Tickets Op zondag 24 maart 2019, 15:00 uur, zal de kunsthistorica Inka Schube, curator voor fotografie Sprengel Museum Hannover, in het Huis Marseille een voordracht houden met de titel Het leven en werk van DDR-fotograaf Helga Paris.

De tentoonstelling Futures Past & Present toont het werk van vier vrouwelijke fotografen: Céline van Balen, Julie Greve, Esther Kroon en Helga Paris. Hun afzonderlijke geschiedenissen staan in principe los van elkaar, maar ze hebben ook iets gemeen. Het gaat om vier fotografen met een groot talent, van wie de opkomst – of ondergang – van hun carrière wordt bepaald door bijzondere factoren. Die variëren van persoonlijke omstandigheden tot de invloed van het lot en plaats en tijd van geboorte. Wat deze vier fotografen verder verbindt, is hun grote talent om een direct engagement met hun onderwerp aan te gaan, dat zich vooral uit in hun portretten. Hun modellen worden geportretteerd in hun kracht en waarde, en met het subtiele onderscheid van hun persoonlijkheid. Dat deze fotografen dat zo goed kunnen heeft misschien te maken met het feit dat ze vrouw zijn. Zoals Van Balen ooit zei: "Ik denk dat onze betrokkenheid daarmee wel heeft te maken. Mannen komen in de regel hun onderwerp niet zó na als wij, het zou ze in elk geval veel meer moeite kosten."

De foto's van Helga Paris (1938) gaan enerzijds over het leven in de Duitse Democratische Republiek (DDR) waar de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog en het communistische regime beperkingen, verlies, vernietiging en verval met zich meebrengen. Anderzijds tonen ze de blik van een fotograaf die de wereld met veerkracht, nieuwsgierigheid en mededogen tegemoet treedt. Het accent van de expositie van haar werk in Huis Marseille ligt op Oost-Duitsland voor en na de Wende (1989-1990). Na de val van de Muur in 1989 fotografeerde Paris tijdelijk een stuk minder. Door de nieuwe maatschappelijke omstandigheden voelde ze de noodzaak haar positie als fotograaf in de wereld opnieuw te bepalen en vorm te geven. Voor de serie Hellersdorf (1998) gebruikte ze een directe stijl. Ze portretteerde kinderen die opgroeiden in het nieuwe, verenigde Duitsland, maar woonden in een wooncomplex in Berlin-Hellersdorf, een voorbeeld van de Plattenbau die de DDR op de valreep wist te realiseren. In haar portretten legt Paris op subtiele wijze de onderhuidse spanning bloot in houding, gebaar en gezichtsuitdrukking. Door haar empathische blik is het makkelijk je te identificeren met de mensen en plekken die ze fotografeert, ook als de omgeving vreemd is.

Hoewel het oeuvre van Céline van Balen (1965) niet zo omvangrijk is, heeft het geschiedenis geschreven door de uitzonderlijke kwaliteit ervan. Haar opkomst als fotograaf valt samen met de bloeiperiode van de analoge fotografie in de Nederlandse kunstindustrie, vlak voor de introductie van de digitale fotografie. Aan het eind van de jaren negentig heeft Van Balen iets ‘aangeraakt’ door terug te grijpen op groot formaat – geïnspireerd door August Sander – en liefdevol beelden gemaakt waar geen oordeel in zat. Ze fotografeerde zwervers, junks en alcoholisten: de 'rafelrand' van de samenleving, omdat ze naar eigen zeggen in 2001 in de Volkskrant "altijd al gefixeerd is op mensen die zich maatschappelijk hebben afgezonderd, of door de samenleving zijn uitgekotst". Via een cursus voor werklozen was Van Balen in 1991 in aanraking gekomen met de fotografie en volledig begeesterd geraakt. Tussen 1991 en 1994 volgde ze een cursus fotograferen en afdrukken in Cultureel Centrum De Moor in Amsterdam, waar werd lesgegeven door toonaangevende Nederlandse fotografen als Koos Breukel en Rineke Dijkstra. Daarna volgde Van Balen de avondopleiding aan de Rietveld Academie (1995-1997), de school die een belangrijke rol zou spelen in de bloeiperiode van de Nederlandse fotografie, met name in de tijd dat Willem van Zoetendaal als hoofd fotografie aan de academie verbonden was.

Ook de veelbelovende jonge fotograaf Esther Kroon (1966-1992) zette haar eerste serieuze stappen in de fotografie toen ze in De Moor een cursus portretfotografie volgde bij Rineke Dijkstra. De twee raakten bevriend en Kroon werkte zo nu en dan als Dijkstra's assistent. In 1988 verbleef ze drie maanden in Barcelona, waar ze met haar Rolleiflex Romakinderen fotografeerde. De serie maakte indruk: het Gemeentearchief en het Amsterdams Fonds voor de Kunst honoreerden haar projectvoorstel in het kader van de jaarlijkse documentaire foto-opdrachten. Daarmee was Kroon de jongste fotograaf die zo’n opdracht toegekend kreeg. In de zomer van 1989 trok ze met haar Hasselblad door de stad om het project te realiseren dat in zijn geheel in Futures Past & Present zal worden getoond.

De pijlsnelle ontwikkeling van de prille carrière van de Deense Julie Greve (1991) vertoont gelijkenis met die van Van Balen. Greve studeerde in de zomer van 2018 af aan Central Saint Martins in Londen met twee indrukwekkende series portretten van jonge vrouwen. Haar talent werd al tijdens haar studie opgemerkt, toen ze voor het eerst experimenteerde met soloportretten en groepscomposities. In het voorjaar van 2018 won ze de wedstrijd Your Picture / Our Future van het modelabel J.W. Anderson, waarbij ze uit 2000 inzendingen werd gekozen. Haar afstudeerwerk werd daarna getoond in een galerietentoonstelling in Nottingham en nu in Huis Marseille. Greve maakt deel uit van een generatie jonge fotografen die terugkeren naar de analoge fotografie. Voor deze tentoonstelling werkte ze samen met meesterdrukker Peter Svenson, die destijds ook met Van Balen werkte. De positie van de fotografie mag in de afgelopen door internet volkomen veranderd zijn, en Greves populariteit wordt door het internet ook vergroot, maar haar werk voelt tijdloos en heeft een klassieke kwaliteit. Haar modellen zijn uitsluitend Deense meisjes die weinig tot geen ervaring hebben met modelstaan. "Although the portraits are very personal images of these girls, I feel the viewer can look at them in different ways," zegt Greve. De kijker is vrij om zich te verplaatsen in de persoon naar wie hij kijkt: jonge mensen die aan het begin van hun leven staan. Dat geldt evenzeer voor Julie Greve zelf, wier carrière in deze fase misschien nog gespiegeld kan worden aan die van haar voorgangers, maar voor wie de toekomst nog open ligt.

Huis Marseille – Museum voor Fotografie i.s.m. o.a. het Goethe-Institut Niederlande.

Terug