Snelle toegang:

Direct naar inhoud gaan (Alt 1) Direct naar hoofdnavigatie gaan (Alt 2)

Afsluitende conferentie “Uncivil Society”
Een netwerk van solidariteit tegen de “Uncivil Society”

Serpil Temiz Unvar
Serpil Temiz Unvar, „Bildungsinitiative Ferhat Unvar“ | © Goethe-Institut Brussel

Tijdens de conferentie “Uncivil Society” in Brussel wordt duidelijk waarom racistisch geweld en rechtse terreur moeten worden gezien als een wereldwijd verschijnsel dat om gezamenlijke oplossingen vraagt.

Von Martín Steinhagen

“Op 19 februari 2020 heeft een racist me van mijn kind beroofd. Hij vermoordde negen mensen op twee locaties. Mensen die hij wegens hun uiterlijk beschouwde als niet-Duits. Mensen die wegens hun uiterlijk moesten sterven.” Serpil Temiz Unvar uit Hanau staat op het grote, bijna lege podium van het Théâtre National Wallonie-Bruxelles als zij haar toespraak begint met deze zinnen. Op het scherm achter haar prijkt het portret van een jongeman met een pet, getekend in grove, zwarte streken: haar zoon Ferhat, die maar 23 jaar is geworden.

In die februarinacht was het weliswaar één man die haar zoon vermoordde, “maar die man maakt deel uit van een systeem,” zegt Unvar, “deel uit van een samenleving die door en door besmet is met racistische en etnisch-nationalistische opvattingen.”

Deze indrukwekkende toespraak markeert op 27 november het einde van de conferentie “Uncivil Society” over racistisch geweld en rechtse terreur in Europa. Deze vormt op haar beurt de afsluiting van het project “Unzivillgesellschaft/Uncivil Society” van de Goethe-Instituten in Brussel, Boedapest, Milaan en Oslo. Voor de tentoonstellingen en evenementen – tien jaar na de zelfontmaskering van de Nationalsozialistischer Untergrund (NSU) en de aanslagen in Utøya en Oslo – werd de focus bewust verlegd van de daders naar de slachtoffers. Op deze manier hebben zij en hun perspectieven een podium gekregen, zo vat de directeur van het Goethe-Institut in Brussel Elke Kaschl Mohni samen. Tegelijkertijd is ernaar gestreefd dit urgente onderwerp te benaderen als een “pan-Europees, zo niet mondiaal verschijnsel”.

De Internationale van de nationalisten

Drie wetenschappers debatteren tijdens de conferentie over de Internationale van de nationalisten. Tore Bjørgo, hoogleraar aan de Universiteit van Oslo en directeur van het “Center for Research on Extremism”, stelt dat we altijd al te maken hebben gehad met een transnationale beweging. Maar via het internet verspreiden ideologische inhoud, subculturele codes en strategieën zich inmiddels veel sneller dan enkele decennia geleden. Deze “transnationale sociale netwerken” zetten individuele daders steeds weer aan tot handelen, maar zijn voor de autoriteiten veel moeilijker vooraf te herkennen dan klassieke terroristische organisaties.
 

Tore Bjørgo
© Goethe-Institut Brussel
Tore Bjørgo, hoogleraar aan de Universiteit van Oslo en directeur van het “Center for Research on Extremism”



Ook de Hamburgse historicus Volker Weiß constateert een “internationalisering van de kernbegrippen” bij extreemrechts, die door het internet in een stroomversnelling is gekomen. Het bittere bewijs hiervoor zijn volgens hem steeds dezelfde brokstukken van racistische, antifeministische en antisemitische ideologie in de “copy-paste-brieven” waarmee rechtse terroristen – van Christchurch tot Halle en Hana – hun aanslagen opeisen. Weiß waarschuwt voor een vorm van “stochastisch terrorisme”. Met deze term wordt de strategie beschreven waarbij vooral online voortdurend sentimenten aangewakkerd en doelen gemarkeerd worden, met als gevolg dat ergens iemand woorden in daden zal omzetten.

Slachtofferrol

Veel mensen die aan precies deze dynamiek bijdragen, doen zichzelf juist voor als slachtoffers die door de meerderheid worden vervolgd, aldus de analyse van Weiß. “Extreemrechts is internationaal zeer succesvol in die slachtofferrol.” De strategie van met name ‘nieuw rechts’, waarbij wordt verwezen naar zogenaamd onbelaste denkers uit de voorgeschiedenis van het nationaalsocialisme, heeft in Duitsland ook door een gebrek aan historische kennis succes.

“Menig rechtsextreem persoon wordt aangeduid als populist”, luidt ook de kritiek van Manuela Caiana, een Italiaanse politicologe en hoogleraar aan de Scuola Normale Superiore in Pisa. Dit is een gevaarlijke ontwikkeling, omdat het kan bijdragen aan de verdere normalisering van dergelijke standpunten. In Italië is het allang niet meer stigmatiserend om de Lega of zelfs de Fratelli d’Italia aan te hangen, politieke partijen die als neofascistisch kunnen worden aangemerkt. In het verleden is vaak de fout gemaakt de kiezers van deze partijen af te schilderen als mensen aan de rand van de samenleving. Rechts moet evenwel serieus worden genomen als een sociale beweging die haar aanhangers een collectieve identiteit biedt.

Racistische clowns en ressentimenten

De Franse socioloog en filosoof Didier Eribon houdt zich aan het begin van de conferentie bezig met dit thema en het aanwakkeren van extreemrechtse ressentimenten en gevoelens. Hij schetst de ontwikkeling van een “conservatieve restauratie” sinds de jaren tachtig, die de door de antiracistische, feministische en ecologische bewegingen geboekte successen wil terugdraaien, tot aan de Franse presidentsverkiezingen komend voorjaar. Sociaaldemocratisch links heeft elke link met sociale klassen losgelaten maar die klassen zelf zijn niet verdwenen, waardoor er een “nieuwe vorming van collectieve identiteiten” heeft plaatsgevonden. Extreemrechts heeft arbeiders die optie geboden.
 

Socioloog en filosoof Didier Eribon
© Goethe-Institut Brussel
Socioloog en filosoof Didier Eribon



Eribon is ervan overtuigd dat de grote aanwezigheid van extreemrechtse vertegenwoordigers in de media bijdraagt aan de normalisering van hun standpunten. Hij spreekt van een “medeplichtigheid van de bourgeoisie aan een tijd die steeds fascistischer wordt”. Wanneer presidentskandidaat Eric Zemmour als “een pathetische, fascistische clown zijn racisme, vrouwenhaat en homofobie in de microfoon kotst”, zijn er nog steeds verontwaardigde reacties, maar tegelijkertijd wordt de schrijver Michel Houellebecq geprezen om zijn boeken terwijl hij daarin precies dezelfde dingen schrijft en opzettelijk de grenzen verlegt.

Fascisme mobiliseert “passie en angst” en doet dat op veel plaatsen met succes. Eribon is van mening dat de politiek uitgebuite “onderbuikgevoelens” niet met argumenten alleen kunnen worden overwonnen. Hij roept op om de geest van mei ’68 te laten herleven en te komen tot een “permanente mei ’68”, tot een politieke beweging van “buitengewoon grote diversiteit”, ook als het gaat om kritisch en emancipatoir denken. Dat is de enige manier om het reactionaire project, de “permanente 30 juni ’68”, tegen te gaan.

“Geen mens wordt als racist geboren”

Serpil Temiz Unvar is na de moord op haar zoon “direct de strijd aangegaan”, zo herinnert zij zich in haar gesprek met journalist Matthias Dell, moderator van de conferentie. Op zijn 24ste verjaardag, negen maanden na zijn dood, richtte zij in Hanau de educatieve actiegroep “Bildungsinitiative Ferhat Unvar” op.
In haar toespraak vertelt ze over de vele onbeantwoorde vragen rondom de aanslag, over het falen van de autoriteiten, maar ook over racistische ervaringen in de jaren daarvoor. “Te lang heb ik racisme in de samenleving zelf normaal gevonden”, zegt Serpil Temiz Unvar naar aanleiding van haar ervaringen als Koerd in Turkije en als migrant in Duitsland. Ze is er vast van overtuigd dat “niemand als racist geboren wordt”, maar dat dat iedere persoon die zo denkt er een te veel is. “Ik kan dat niet accepteren en wil dat niet accepteren”, zegt ze. “Ik wil mijn woede niet vermengen met haat, maar ik wil dit systeem
veranderen.”

Ze kent de racistische discriminatie in het schoolsysteem omdat ze die zelf heeft meegemaakt met haar kinderen, vertelt Temiz Unvar. De educatieve actiegroep, die momenteel vooral uit giften wordt gefinancierd, wil daarom met activiteiten op scholen jongeren bewustmaken en stimuleren, maar ook moeders een hart onder de riem steken. We moeten volgens haar samen “een netwerk van democratie en solidariteit” opbouwen “dat ons allen opvangt.” Met haar initiatief wil ze hieraan bijdragen. Een lange en moeilijke weg, daar is ze zich van bewust. Ze wil deze samen met anderen bewandelen. “Ik heb Ferhat verloren, wat kan ik nog meer verliezen?”

Top