Snelle toegang:

Direct naar inhoud gaan (Alt 1) Direct naar hoofdnavigatie gaan (Alt 2)

Spreekuur - de taalcolumn
De magie van taal

Illustratie: Magisches Auge
Wanneer woorden diepe herinneringen oproepen | © Goethe-Institut e. V./Illustratie: Tobias Schrank

De magie van een sprookje dat verteld wordt. Onze nieuwe columnist Thomas Böhm raakt nog steeds betoverd wanneer hij de woorden “Er was eens ...” hoort. Hij weet ook waarom die zinsnede over de hele wereld zo geliefd is én hij vertelt ons waarom het interessant kan zijn om de taal van de duiven te leren.

Von Thomas Böhm

Geen andere drie woorden maken meer in mij los dan deze: “Er was eens ...”. Zodra ik die woorden hoor, ben ik weer een kind in de woonkamer van mijn grootouders. De langspeelplaat met de sprookjes van de gebroeders Grimm kraakt en in de keuken is oma met potten en pannen in de weer. Op de kast staan familiefoto's, en helemaal bovenaan: de bekers en diploma’s die mijn opa en oom hebben gewonnen. Zij spelen met de duiven, zoals zoveel mijnwerkers in het Ruhrgebied. 

Het is 1973 en ik ben een kind. “Er was eens, lang, lang geleden ...”. Ik ken ze maar al te goed: de koninginnen en koningen, de prinsessen die wachten op de prins die met hen zal trouwen, of op de ‘jongen van eenvoudige afkomst’, als hij maar slim en sluw is.

De betovering verbroken

Op een gegeven moment ontdekte ik dat je het toerental van de platenspeler kon veranderen. De vertelstem klonk nu niet meer zacht en innemend, maar hectisch en gejaagd, zoals die van Mickey Mouse. De rust was uit de woorden verdwenen en het fascinerende verhaal was veranderd in een grap. Het was een foute zet: de magie van het sprookje was verdwenen.

Kathrin Kunkel-Razum heeft het hier al gehad over veranderingen in de taal, zoals het gendersterretje of de opname van vreemde woorden als ‘inschallah’ in het Duitse woordenboek Duden, en de gevoelens die zulke veranderingen kunnen oproepen. Dat mensen daar soms heftig op reageren, heeft volgens mij – onder meer – te maken met het feit dat de kinderlijke taalmagie die we ons allemaal herinneren, verstoord wordt. Was alles niet vertrouwd, begrijpelijk, weldadig, herinnerend aan het verleden en aan de koninginnen en koningen? De veranderingen in de taal onder invloed van de ‘tijdsgeest’ werken net zoals de langspeelplaat die op een hoger toerental wordt afgespeeld: wat we horen, lijkt plots op een slechte grap. We voelen ons onmachtig, want iemand heeft de snelheid veranderd zonder dat we er zelf vat op hebben. 

Overal ter wereld hetzelfde begin

Enkele maanden geleden kregen de woorden “Er was eens ...” [Es war einmal] voor mij een nieuwe magische bijklank, toen ik las dat deze (of een zeer gelijkaardige) formulering niet alleen in mijn eigen taal gebruikt wordt, maar in talloze talen over de hele wereld. Het maakte de woonkamer uit mijn herinnering plots veel groter. De muren werden doorzichtig. Ik zag kinderen zitten in het huis van de buren, luisterend naar een verhaal dat begon met “Bir zamanlar …”. En op de diploma’s begonnen de duiven die door heel Europa hadden gevlogen te koeren: “Było sobie raz…”, “Il était une fois…”, “Había una vez…”.

De taal van de duiven

En ik leerde nóg iets. Zoals alle sprookjes beginnen met “Er was eens ...”, dacht ik dat ze allemaal eindigden met … – Nou? Juist! U denkt aan exact dezelfde woorden als ik: “... en ze leefden nog lang en gelukkig”. Maar onze herinnering bedriegt ons, beste lezer, want zo is het niet.

Veel meer sprookjes eindigen anders. Zeker bij de gebroeders Grimm, wier wereldberoemde verzameling meer dan 200 sprookjes bevat, waarvan de meesten van ons er maar een fractie kennen. Wie kent bijvoorbeeld het verhaal ‘De drie talen’? Het gaat over een vader die zijn zoon de wijde wereld instuurt opdat hij iets fatsoenlijks zou leren. Maar in plaats van ‘iets fatsoenlijks’ leert de zoon de taal van honden, kikkers en duiven. Daarop wordt hij door zijn vader onterfd. Nadat de jongen met de hulp van enkele honden een schat heeft ontdekt, trekt hij naar Rome. Onderweg vertelt een groep kikkers hem dat hij de nieuwe paus zal worden. Als hij in Rome aankomt, blijkt de dienstdoende paus net gestorven. Om zijn opvolger te kiezen, wacht men op een goddelijk teken. Wanneer de jongeman bij de Sint-Pietersbasiliek aankomt, landen er twee witte duiven op zijn schouders. Het teken! Hij wordt tot paus gezalfd en moet de mis zingen, maar heeft geen idee hoe dat in zijn werk gaat. Wat hem redt? Zijn kennis van de duiventaal. De laatste zin van het sprookje luidt: “... maar de duiven zaten aldoor op zijn schouder en zegden hem ieder woord voor.” 
 

"ER WAS EENS ..." IN VERSCHILLENDE WERELDTAALEN

Bir zamanlar … كان يامكان،في قديم الزمان، وسالف العصر والأوان … Había una vez … 很久, 很久以前 … Hayo hayah pa'am … बहुत पुरानी बात है

Top