Residentieprogramma Imagining Ecological Futures 2020

Les Abattoirs de Bomel © Jean-Fraçois Flamey

In samenwerking met het KIKK Festival, het creatieve centrum TRAKK en het cultureel centrum Les Abattoirs de Bomel, reikt het Goethe-Institut Brussel een studiebeurs uit voor een residentieprogramma met het onderwerp ECOLOGISCHE TOEKOMST. Het residentieprogramma zal worden gehouden in Namen van 02 tot 30 september 2020.

Het project richt zich op kunstenaars, studenten en jonge afgestudeerden op het gebied van kunst en/of design. Mensen uit andere disciplines worden ook aangemoedigd om zich aan te melden. In totaal worden  twee residenten uitgenodigd: een uit Duitsland en een uit België. Kandidaten moeten (sinds minstens twee jaar) in een van de twee landen verblijven of de Belgische of Duitse nationaliteit hebben.

Terugblik

Interview Kalas Liebfried

Kalas Liebfried © Kalas Liebfried 1. Wat boeit u aan het thema – als u zich een nieuwe ecologische toekomst voorstelt, hoe stelt u zich die voor?

Bij mijn projecten verdiep ik me in het registreren van geluid en het affectieve effect van dat geluid op subjecten en objecten. Toen ik me in ecologische toekomstscenario’s begon te verdiepen, ging ik in eerste instantie in op het verdwijnen van geluiden: doordat veel vogelsoorten uitsterven, zal het typerende geluid van heel wat bossen verloren gaan. Er wordt zelfs gezegd dat natuurlijke habitats hier en daar volledig zullen verstommen.
Wat betekent dat voor onze relatie met de natuur? Zullen we die geluiden in de toekomst alleen kunnen waarnemen en registreren als we ze ons cultureel toe-eigenen en bewerken? Hoe kunnen we de natuurlijke soundscapes beschermen of misschien zelfs verrijken? Hoe heeft de akoestische waarneming van natuur onze ideeën over cultuur altijd al beïnvloed en hoe zal die ons in de toekomst vormen?
Ik stel me een ecologische toekomst voor die dystopisch en tegelijk utopisch is. Als we onze dualistische concepten over mens/cultuur en natuur overstijgen, is er misschien een kans dat er een vruchtbare synergie ontstaat. Anderzijds is de vernietiging van natuurlijke habitats zo ver gevorderd dat aangenomen wordt dat veel dingen intussen onomkeerbaar zijn. Ik interesseer me dus niet alleen voor de veranderingen in de toekomst, ik verdiep me ook in de onherroepelijke ontwikkelingen in het heden en het nabije verleden.
Wat me niet interesseert, is het subjectiveren van de natuur en de kans om in te grijpen afwentelen op iedereen afzonderlijk: door milieubewust te handelen kan het individu alleen maar het eigen onbewuste sussen. Wat de doorslag zal geven, is de ontwikkeling van nieuwe economische, ecologische en ook esthetische structuren, en dat is een collectieve taak. Daarom hanteer ik bij mijn projecten vaak een tweeledige aanpak, het is een performance maar er moet ook interactie zijn.
 

2. Welk project zal u in Namen uitwerken?

Mijn project draait rond het uitsterven van vogels en het verdwijnen van geluiden als gevolg daarvan: “Ambient for a Silent Forest”. Ik ben ruim een jaar geleden met kreten en gezang van vogels beginnen werken, en daarbij focuste ik vooral op de zogenaamde “rode lijst” van bedreigde vogelsoorten. Daarmee heb ik een compositie gemaakt voor bewerkte vogelgeluiden en jazzfluit. In september 2019 is dat eerste scenario gepresenteerd in de Pinakothek der Moderne, als een surround geluidsinstallatie met live performance. Ik had “carte blanche” gekregen om met geluid te reageren op de collectie “Kunst nach 1945” en zo kreeg ik de kans mijn werk te contextualiseren rond Joseph Beuys zijn installatie “Das Ende des 20. Jahrhunderts”.
In Namen probeer ik dat scenario te specificeren en uit te breiden. Het gaat daarbij meer specifiek om de zomertortel (Streptopelia turtur), zijn geluiden, cultuurgeschiedenis en vooral het verdwijnen van die vogelsoort. Het is ontstellend, want het is een soort die heel frequent voorkwam, maar sinds de jaren 1980 is in Midden-Europa ongeveer 80% van die populatie verdwenen. De naam van deze vogelsoort is afgeleid van het geluid dat de dieren maken: “turtur”, het is een onomatopee. Dat voorbeeld maakt duidelijk hoe belangrijk het geluid van een vogel is voor de relatie tussen mens/taal en natuur. In de volgende vier weken wil ik een geluidsinstallatie voor veldopnames en menselijke stemmen uitwerken en die relatie onderzoeken. Daar wil ik dan op voortbouwen door een vrij toegankelijke patch voor synthesizer te ontwikkelen zodat je met een keyboard de vogelgeluiden als muzikale elementen kunt gebruiken.
In het algemeen wil ik me aan het thema “camouflage” wijden. De speculatieve vraag waarvan we uitgaan is: Hoe kan een vermomming eruitzien die niet bedoeld is om de mens in een natuurlijke omgeving te beschermen, maar wel de natuur in een culturele omgeving.
 
 
3. Waarom heeft u gekozen voor de residentie in Namen en wat verwacht u ervan?

Namen leek me de perfecte plek om mijn thema’s heel geconcentreerd te bestuderen. Ik woon in een grootstad (München) met een erg geïdealiseerde en overdreven relatie met de natuur. Ik moet bekennen dat ik daardoor ecologische thema’s vooral analytisch benader. Namen daarentegen biedt een normalere en minder belaste nabijheid tot de natuurlijke resp. de door de mens beïnvloede omgeving (vlak bij de stad vind je bijvoorbeeld voormalige steengroeves). Ik hoop dat ik door die ontspannen omgeving mijn toegang tot die thema’s kan verbreden en uitdiepen.

Interview Muesli Collective

Muesli Collective © Muesli Collective 1. Wat boeit jullie aan het thema – als jullie je een ecologische toekomst voorstellen, hoe stellen jullie zich die voor?
 
Het thema Imagining Ecological Futures heeft een raakvlak met essentiële vragen over het langetermijnonderzoek dat wij doen. We werken met “zintuiglijke” materialen die met hun omgeving communiceren, ofwel rechtstreeks ofwel via symbiose. De installaties en andere werken die daaruit voortvloeien, zijn niet star, ze passen zich constant aan aan klimatologische en ecologische factoren – en wij bestuderen die factoren om zo dragers te creëren die nog zintuiglijker en genuanceerder zijn.
 
 
2. Welk project gaan jullie in Namen uitwerken?
Onlangs is het ons gelukt om een reeks schilderijen te maken (“Peintures indisciplinées”) waarbij we één chemische stof op het doek aanbrengen. De schilderijen evolueren en reageren op de vochtigheidsgraad van de omgeving. De kleur en de tekening van de kristallisering veranderen. Deze “monochrome” schilderijen zijn ongedisciplineerd, eigenzinnig, ze evolueren en laten eindeloze variaties zien. Een doek is nooit twee keer hetzelfde.

Tal van factoren spelen een rol en beïnvloeden de drager: blootstelling aan de zon, de positie ten opzichte van ramen, vochtige hoeken en luchtstromen, de nabijheid van radiatoren, de behandeling, de toegepaste procedés enz.

Deze residentie biedt ons de kans te experimenteren met nieuwe stoffen die geschikt zijn voor onze schildertechnieken, met de bedoeling ze niet alleen met elkaar te combineren (juxtapositie, superpositie, rechtstreeks mengen enz.), maar ook met nieuwe dragers en andere materialen.
Wij willen bestuderen wat er ontstaat als je die verschillende elementen (ook de omgevingsparameters) samenbrengt en welke kettingreacties eruit kunnen voortvloeien.
 
 
3. Waarom hebben jullie gekozen voor de residentie in Namen en wat verwachten jullie ervan?
Het programma van de residentie in Namen focust op experimenteel onderzoek en in de fase waarin wij ons nu bevinden is dat ons op het lijf geschreven. We hebben een reeks werken tot een goed einde gebracht en nu we dat procedé kennen, willen we een stap verder gaan. Tijdens deze residentie hopen we ons te kunnen wijden aan vrij onderzoek en aan de kruisbestuiving van kunst en wetenschap.
 
We hebben al enkele jaren contact met het laboratorium voor anorganische scheikunde van de ULB en met de onderzoeksgroep ARC-Contrast. Door de residentie bevinden we ons dicht bij de universiteit van Namen en zo zullen we met nieuwe onderzoekers van gedachten kunnen wisselen over zintuiglijke materialen. En we zullen onze medewerkers, zowel oude als nieuwe, kunnen uitnodigen om ons te komen opzoeken, mee te sleutelen aan onze respectieve projecten en nieuwe pistes te verkennen.
 

De beurs omvat:

  • Een totaal budget van € 10.000 (€ 5.000 per kunstenaar/kunstenares). Dat omvat materiaalkosten, maaltijden en reiskosten voor een periode van drie weken.
  • Een eigen woning (39 tot 47m²) met bad, kookhoek, slaap- en werkruimte en internetaansluiting.
  • Toegang tot het Fab Lab TRAKK, inclusief gebruik van alle machines (3D-printer, snijplotter, freesmachine met digitale besturing, lasersnijmachine, houtbewerking, andere technische voorzieningen).
  • Gebruik van de ateliers in Les Abattoirs de Bomel (voor hout- en ijzerbewerking, zeefdruk; ondersteuning en introductie door de technische leiding)

Sollicitatieprocedure

Stuur uw sollicitatie inclusief de volgende documenten aan residenceprogram.belgium@goethe.de tot 15 mei 2020. 
  • CV in het Engels of Frans.
  • Motivatiebrief in het Engels of Frans.
  • Projectoverzicht met foto's en technische tekeningen, indien beschikbaar (in het Engels of Frans). We accepteren ook onafgemaakte projecten die om budgetaire redenen niet kunnen worden voltooid, of projecten die al zijn voltooid en waar het budget kan worden verbeterd. In het laatste geval is een rechtvaardiging nodig om te laten zien hoe extra geld het project kan verbeteren.
  • Budgetplanning in het Engels of Frans.
Voor vragen kunt u contact opnemen met Jana J. Haeckel (jana.Haeckel@goethe.de)
De juryzitting vindt begin Juni plaats. Aanvragers worden daarna zo snel mogelijk over de beslissingen geïnformeerd.