150 jaar Thomas Mann
Thomas Mann Revisited

Thomas Mann 1916, portret aan bureau, ingekleurd
Thomas Mann 1916, portret aan zijn bureau, naderhand ingekleurd | Photo (detail): © picture alliance / ullstein bild

Waarom is Thomas Mann nog steeds een van de belangrijkste Duitstalige verhalenvertellers van de 20e eeuw? Waarom worden zijn romans en verhalen nog steeds gelezen, wereldwijd vertaald, opgevoerd, literair bewerkt en verfilmd? Wat maakt ze relevant voor onze huidige tijd? Friedhelm Marx, literatuurwetenschapper en Thomas Mann-kenner, geeft inzicht in leven en werk van de schrijver.

Door Friedhelm Marx

Met zijn debuutroman Buddenbrooks. Verfall einer Familie (‚Buddenbrooks. Verval van een familie‘) in 1901 slaagde Thomas Mann erin een turbulente familiegeschiedenis van vier generaties te schetsen, waarvoor hij in 1929 de Nobelprijs kreeg en die tegenwoordig nog steeds dient als blauwdruk voor familieromans.

Familieverhalen

Manns roman vertelt over de opkomst en ondergang van een 19e-eeuwse Noord-Duitse koopmansfamilie, over de toenemende hardheid en roekeloosheid van de handelspraktijken, het economisch gedreven huwelijksbeleid van de familie, het korset van de etiquette van de hogere middenklasse en de terreur van het dagelijks leven op school voor de jongsten. Hier staan weer ontsnappingspogingen, losbandigheid en symptomen van decadentie tegenover: wilde filosofische literatuur, de roes van de muziek, eigenzinnige liefdesverhalen, nerveuze maagklachten die steeds sterker worden en toenemende ziekelijkheid en verzwakking.

De vier generaties Buddenbrooks weerspiegelen de maatschappelijke, culturele en economische veranderingen van hun tijd. Zoals weinig andere romans weet de roman de realistische vertelpraktijk van 19e-eeuwse sociale romans te combineren met de psychologie en ‚zenuwkunst‘ van het modernisme. Tot op de dag van vandaag is de rigide vervlechting van zakelijke en familiebelangen nog even actueel (en literair relevant) als altijd, en daarmee ook het conflict tussen het burgerlijke regime van orde en de artistieke, anarchistische sensibiliteit met de daaruit voortkomende weigering zich te conformeren aan het debet en credit van de markteconomie. Dat blijkt uit de vele bewerkingen van de roman voor het hedendaagse theater.

Ook buiten de Buddenbrooks benutte Thomas Mann de narratieve kosmos van het familieleven om de erosie van de burgerlijke manier van leven weer te geven, of om mythische familieconflicten op te roepen: bijvoorbeeld in de novelle Unordnung und frühes Leid (‚Verwarring en vroeg verdriet‘) van 1925, die in de inflatietijd speelt, of in de omvangrijke, epische romantetralogie Joseph und seine Brüder (‚Jozef en zijn broers‘, 1933–1943).

Roes, verlangen, gender trouble

De innerlijke dynamiek van veel van Thomas Manns verhalen en romans is vaak schatplichtig aan het motief van de bezoeking: “het binnendringen van destructieve en vernietigende dronkemanskrachten in een geordend leven dat zich in al zijn hoop op waardigheid heeft geconformeerd aan het voorwaardelijke geluk van die ordening”, zoals hij het zelf beschreef in 1940. Het feit dat een geordend leven zo snel kan worden weggevaagd door bedwelmende, destructieve krachten, veronderstelt een navenante innerlijke instelling van diegene die aan dergelijke bezoekingen is blootgesteld. Ze worden gedreven door een onbewust verlangen om te ontsnappen aan hun saaie, meestal burgerlijke manier van leven.

Veel van deze personages drukken als publiek geheim uit wat de auteur zelf zijn hele leven heeft bewogen: de spanning tussen homoseksuele verlangens en zijn gekozen burgerlijke leven als vader van zes kinderen. In de verhalen is herhaaldelijk sprake van falende concepten van mannelijkheid, maar ook van androgyne, biseksuele identiteitsconstructies en conflicten op gendergebied, zoals belichaamd door de bedrieger Felix Krull. Het spectrum van literaire verhandelingen over roes, verlangen en gender trouble maakt Thomas Mann tot de grootste psycholoog van de seksualiteit in de Duitse literatuur, vat germanist en Thomas Mann-uitgever Hans Rudolf Vaget samen.

Kunstenaarsfiguren, kunstreflectie

Weinig auteurs uit de moderne tijd hebben van artistieke levensstijlen en houdingen zo’n constant thema gemaakt. Ook in de vroege verhalen is de interesse gericht op de perceptie van de wereld door gestigmatiseerde buitenstaanders, die zich afgezonderd voelen van het ‚gewone‘, geordende en alledaagse.

Die buitenstaanders zijn schrijvers, musici en beeldend kunstenaars die als losgeslagen décadents en dilettanten of wilde predikers van geweld (Beim Propheten, ‚Bij de profeet‘) door het leven gaan, maar ook burgers die van het rechte pad afraken, zoals Tonio Kröger (Tonio Kröger), gerenommeerde schrijvers van schoolboeken zoals Gustav von Aschenbach (Der Tod in Venedig, ‚Dood in Venetië’‘ of zelfs bedriegers (Die Bekenntnisse des Hochstaplers Felix Krull, ‚Bekentenissen van de oplichter Felix Krull‘) en hypnotiseurs (Mario und der Zauberer, ‚Mario en de magiër‘).

Ze worden allemaal gekenmerkt door een buitengewone prikkelbaarheid en gevoeligheid, wat hen aanzet tot scherpe, ongenadige observaties. En ze dienen zowel ten behoeve van de zelfreflectie van de eigen artistieke manier van leven als van de literaire confrontatie met het laboratorium van de moderniteit, die ook wijst op de pathologische waan, verleiding en demagogie in het medium kunst.

Modern vertellen

Vanaf het allereerste begin was de vertelkunst van Thomas Mann georiënteerd op zowel het Europese modernistische proza als het muzikale compositieproces van Richard Wagner. Dit laat zich aflezen aan de belangrijke leidmotieven waarvan het vroege verhaal Der kleine Herr Friedemann (‚De kleine meneer Friedemann‘, 1897) doortrokken is en zijn structuur aan ontleent.

Tot de relationele magie van zijn proza behoort ook een zeer unieke vorm van citatenmontage. Een eerste, prominent voorbeeld daarvan is de bijna letterlijke overname van het artikel over ‚tyfus‘ uit de encyclopedie Meyers Konversationslexikon waarmee hij de dodelijke ziekte beschrijft van de jonge Hanno Buddenbrook. Deze en andere citaten die als bouwstenen uit volledig heterogene bronnen worden overgenomen, zijn zo nauw verbonden met de narratieve context dat de breukvlakken nauwelijks herkenbaar zijn. ‚Afkijken op hoog niveau‘ noemde Mann deze methode terugkijkend — in het zogenaamde postmoderne tijdperk komt die nogmaals tot uitdrukking. Thomas Mann reageerde met verhalende ironie op de schokken waaraan traditionele zekerheden blootstonden. Op die manier kon de strijd tussen tegenstrijdige standpunten onbeslist blijven, terwijl eenzijdige of eigenzinnige overtuigingen op speelse wijze aan de kaak konden worden gesteld.

Tegenover de algemene tendens van versnelling (die vandaag de dag nog steeds merkbaar is) plaatste Mann met de roman Der Zauberberg (‚De Toverberg‘, 1924) een radicale narratieve vertraging van het tijdsbesef. Hierin wordt de door zijn studie uitgeputte Hans Castorp beschreven, voor wie zeven jaar in het sanatorium Berghof in Davos bijna als een dag voorbijgaan — en die vertraging straalt op vergelijkbare wijze uit naar de lezers van de roman. Door oorzaak en gevolg uit het verhaal te halen en in plaats daarvan te focussen op een aaneenschakeling van gebeurtenissen, door te vertragen en door encyclopedisering wordt in De Toverberg het idee van handeling en actie ten grave gedragen: een riskant en innovatief antwoord op de virulente crisis waarin het vertellen van verhalen in de jaren 1920 was beland.

Literatuur en politiek

‚Het feit dat de democratie vandaag de dag niet is veiliggesteld, maar wordt aangevallen, ernstig wordt bedreigd van binnenuit en van buitenaf, dat het opnieuw een probleem is geworden, is iets dat Amerika ook voelt. Het voelt dat het uur is aangebroken voor zelfreflectie van de democratie, om haar opnieuw in herinnering te roepen, te heroverwegen en in het bewustzijn te brengen — kortom: om de democratie te vernieuwen in denken en voelen‚‘ zei Thomas Mann in 1938 tijdens zijn lezingentournee door de VS: een verrassend actuele constatering.

Op dat moment had hij de (nogal reactionaire) Betrachtungen eines Unpolitischen (‚Bespiegelingen van een niet-politiek persoon‘) van 1918 allang achter zich gelaten. Sinds 1922, toen Mann zich publiekelijk had uitgesproken voor de republiek, had hij herhaaldelijk en krachtig gewaarschuwd voor de nationaalsocialistische beweging en ging in 1933 onmiddellijk met zijn gezin in ballingschap. In deze jaren kreeg zijn literaire werk ook een politieke ondertoon.

Onder invloed van de wereldoorlog, de revolutie van 1918, de Münchense Radenrepubliek en de eerste crisisjaren van de Weimarrepubliek draaide het ook in de debatten van de roman De Toverberg al om terreur, revolutie, staatsbestel of anarchie, om de waarde van arbeid en vooruitgangsproblemen, al met al om politieke kwesties die actueel blijven. ‚Thomas Mann does not, as some believe, live in the seclusion of the Zauberberg of his dreams. On the contrary, he reveals here an intense, but not strident, absorption in the immediate fate of humanity‘, schreef het tijdschrift American Hebrew and Jewish Tribune in september 1932.

Dat mag blijken uit verhalen zoals Mario und der Zauberer (‚Mario en de magiër‘, 1930) en Das Gesetz (‚De Wet‘, 1943), de tetralogie van de Joseph-romans (1933–1943) en de Goethe-roman Lotte in Weimar (1939), die onmiskenbaar zinspelen op de politieke gevaren van het fascisme. In de Dr. Faustus-roman van 1947 bereikt Manns literaire confrontatie met het nationaalsocialisme zijn hoogtepunt: een uniek kenmerk in de literatuur van de vroege naoorlogse jaren, dat de meerderheid van de Duitse lezers destijds overweldigde.

Thomas Mann Daily

Pas in de jaren ’20 van de twintigste eeuw ontstond het beeld van Thomas Mann als de afstandelijke schrijver uit de hogere klasse, onder andere aangewakkerd door rivaliserende collega’s: Bertolt Brecht had het over de ‚opstaande kraag‘, Alfred Döblin over de ‚gestreken plooi als artistiek principe‘. De bewaard gebleven dagboeken, die vanaf 1975 werend gepubliceerd, bracht totaal andere kanten van Thomas Mann aan het licht: onverbloemde, openlijke verhandelingen over zijn homoseksuele verlangens en zijn lichamelijke gesteldheid, zijn medicijngebruik, lusteloosheid en twijfels aan zichzelf, zijn prikkelbaarheid tegenover familieleden, vrienden en vreemden, de escapades van de poedel — dit alles naadloos gecombineerd met beoordelingen van actuele gebeurtenissen in de wereldpolitiek en de beklemmende situatie in ballingschap.

Uit de reacties op het Twitter-account @DailyMann blijkt dat de publieke perceptie van Thomas Mann merkbaar is veranderd: vanaf april 2022 plaatste Felix Lindner een jaar lang elke dag een kort citaat uit de dagboeken van Thomas Mann. Fragmenten zoals dat van 20 juli 1934 (‚Ben weer begonnen om ’s ochtends naakt wat aan gymnastiek te doen‘) of van 10 augustus 1948 (‚Grote tegenzin om ’s middags iets te doen‘) hielpen om het beeld van Mann als ongenaakbare schrijver af te breken. Meer dan 30.000 lezers en lezeressen volgden deze posts.

In de afgelopen jaren richt het onderzoek zich op de publieke manier van leven van de Manns en de sporen van hun collectieve (of zelfs concurrerende) auteurschap. Thomas Manns eerste belangrijke referentiepunt was de gespannen relatie met zijn oudere broer Heinrich. In de jaren ’20 deden Klaus en Erika Mann nogal luidruchtig hun intrede in het literaire bestel en in ballingschap vormde de hele familie een soort denktank op het gebied van politieke zaken. Klaus Mann noteerde al in 1936 in zijn dagboek: ‚Wat een bijzondere familie zijn wij! Mensen zullen later boeken over ons schrijven — niet alleen over sommigen van ons.‘ Dit gebeurde waarschijnlijk ook omdat de Manns de politiek turbulente periode van hun leven van het Duitse keizerrijk tot de Weimarrepubliek, ballingschap en de naoorlogse periode als public intellectuals begeleidden.

Mediageschiedenis, mediaverhalen

Zoals weinig andere auteurs van zijn generatie testte en benutte Thomas Mann de nieuwe media van de moderne tijd en reflecteerde daarop. In het begin van de jaren 1920 zag de eerste filmversie van de Buddenbrooks het licht, iets later werden de eerste radio-opnames van Mann-teksten gemaakt. In januari 1929 maakte hij de eerste beeld- en geluidsopname van een Duitse schrijver en in december 1929 werd de legendarische live-verslaggeving van de uitreiking van de Nobelprijs uitgezonden.

De publieke aanwezigheid van Thomas Mann weerspiegelt de turbulente mediageschiedenis van de Weimarrepubliek. Ook later ging dit nog door: in ballingschap in Amerika werd Thomas Mann beschouwd als Hitlers intiemste vijand (‚Hitler’s Most Intimate Enemy‘). Tussen 1940 en 1945 nam hij 55 radiotoespraken op die door de BBC in New York en Los Angeles werden uitgezonden en die bedoeld waren om Duitse luisteraars over te halen zich te verzetten tegen het nationaalsocialistische regime.

Naast de uitgaven onder toezicht van uitgeverij S. Fischer Verlag en de talloze vertalingen, is het literaire werk van Thomas Mann beschikbaar in een grote verscheidenheid aan formaten, bewerkingen en media. De romans (zelfs de romantetralogie Joseph und seine Brüder (‚Jozef en zijn broers’‘ van meer dan 1800 pagina’s) zijn meerdere keren bewerkt voor het theater, er zijn ballet- en operabewerkingen, stripverhalen, Twitter-versies van afzonderlijke teksten, graphic novels en vooral talloze verfilmingen. Veel van zijn romans en verhalen hebben zo’n blijvende indruk gemaakt op de canon van het modernisme dat ze een brede literaire receptie hebben uitgelokt.

De Poolse Nobelprijswinnares Olga Tokarczuk gebruikte de literaire achtergrond van Manns De Toverberg voor haar in 2022 verschenen roman Empuzjon (Nederlandse vertaling: Empusion) en in november 2024, precies 100 jaar na de publicatie van het oorspronkelijke werk, bracht Heinz Strunk een roman uit met de titel Zauberberg 2.0. De verhalen van Thomas Mann zijn duidelijk nog steeds niet ten einde verteld.

Boeken

De volgende titels over Thomas Mann, zijn leven en werk worden aanbevolen door literatuurwetenschapper en Mann-expert Friedhelm Marx.

Thomas Mann Handbuch: Leben – Werk – Wirkung. Uitgegeven door Andreas Blödorn en Friedhelm Marx. Tweede, uitgebreide druk. Stuttgart 2024.
 
‚Dit handboek bevat individuele bijdragen over alle romans en verhalen van Thomas Mann, over de belangrijkste essays, belangrijke motieven, verwijzingen en contexten: als naslagwerk en om te ontdekken en verder te lezen...‘

Hermann Kurzke: Thomas Mann. Das Leben als Kunstwerk. München 2001.
 
‚Nog steeds de beste Mann-biografie wat betreft de verweving van leven en werk.‘

Colm Tóibín: De tovenaar. Roman. Uit het Engels vertaald door Lette Vos. Uitgeverij De Geus, 2022. (Original: The Magician. A Novel. New York 2021).
 
‚Een roman die vertelt over het leven van Thomas Mann en zijn familie en daarbij meer vrijheden neemt en empathie overbrengt dan mogelijk zou zijn in een biografie. Bijzonder sterk: de beschrijving van de Amerikaanse jaren.‘

Tobias Boes: Thomas Manns Krieg. Literatur und Politik im amerikanischen Exil. Uit het Engels naar het Duits vertaald door Norbert Juraschitz en Heide Lutosch. Göttingen 2021. (Original: Thomas Mann's War: Literature, Politics, and the World Republic of Letters. Ithaka und London 2019).
 
‚Een briljant literair-sociologisch onderzoek naar Thomas Manns succesverhaal in Amerikaanse ballingschap.‘

Hans Vaget: Seelenzauber. Thomas Mann und die Musik. Frankfurt am Main 2011.
 
‚Het belangrijkste boek over Thomas Manns levenslange, compositorisch vormende relatie met muziek, vooral met Richard Wagner.‘

Magdalena Adomeit, Friedhelm Marx u. Julian Voloy: Thomas Mann 1949. Rückkehr in eine fremde Heimat. Graphic Novel. München 2025.
 
‚Deze graphic novel vertelt het verhaal van Thomas Manns spectaculaire, grensoverschrijdende reis naar Duitsland in 1949, die hem zowel naar Frankfurt als Weimar bracht: een politiek media-evenement in de vroege naoorlogse geschiedenis.‘

Top